Stedenplattegrond

Beaugency

Een middeleeuws stadje langs de Loire

Dit juweeltje van het Loiredal verdient zeker het verkregen keurmerk ‘Mooiste uitstapjes van Frankrijk’. Bij aankomst in Beaugency via de bijzonder fraaie zuidelijke oever hebt u meteen een idee van wat deze middeleeuwse stad voor u in petto heeft.

Deze 11e-eeuwse slottoren is een van de hoogste slottorens van Frankrijk (36 meter). Het dak werd in 1568 door een brand verwoest en in 1840 stortte de hele binnenkant van de toren in zodat alleen het frame van het gebouw nog zichtbaar is.

De oorsprong van dit gebouw, dat rond 1440 werd herbouwd, ligt bij de strijdgenoot van Jeanne d’Arc, Jean Dunois. De koningen Lodewijk XI en Frans I werden er ontvangen, vervolgens werd het een afgifteplek voor aalmoezen, een museum en tegenwoordig een centrum voor digitale kunst. 

Dit hoogtepunt van de lokale romaanse architectuur werd aan het einde van de 12e eeuw gebouwd en in de moderne tijd verbouwd. De buitenkant is sober en het koor is uitzonderlijk. 

Hendrik IV schijnt in deze voormalige herberg te hebben gelogeerd. De gevel is verfraaid met een keramisch uithangbord met een pottenbakster erop (door Jeanne Champillou). 

Omstreeks 1525 door architect Charles Viart gebouwd. De elegante renaissancegevel bevat fijn gebeeldhouwde details. Binnen worden 8 geborduurde wandtapijten tentoongesteld: een uniek voorbeeld van de decoratieve kunsten uit de 17e eeuw.

Hier liep vroeger de hoofdstraat van de stad. Dit oude gedeelte van de stad werd door de gegoede burgerij als bijeenkomstplaats gebruikt. De klok werd later in 1511 geplaatst als bewijs van de ontwikkeling van het openbaar gezag. 

Aan deze fysicus-chemicus danken wij de eerste vlucht aan boord van een luchtballon die met waterstof was gevuld.

Deze kerk werd aan het begin van de 11e eeuw opgericht en is een waardevol overblijfsel van de romaanse kunst. Het gebouw werd in 1840 door Prosper Mérimée in de eerste lijst van Historische Monumenten opgenomen. 

De toren werd in de 15e eeuw gebouwd en de 4 klokken spelen elke dag om 08.10, 12.10 en 19.10 uur de melodie Carillon de Vendôme.

Dit klooster werd in 1629 gebouwd om voor opvoeding van meisjes te zorgen.

Een van de monumentale poorten van de walmuur.

Deze fraaie ronde toren maakte deel uit van de tweede walmuur van de stad (16e eeuw). Het gebouw stond vroeger aan de rivier. Volgens de legende vluchtte de duivel na de bouw van de brug erin en sindsdien verblijft hij daar… 

Dit gebouw werd aan het begin van de 11e eeuw gebouwd en heeft de tand des tijds goed doorstaan. Het werd meerdere malen verbouwd en werd in de 20e eeuw tot hotel omgetoverd. 

Het gaat om de oudste stenen brug (11e eeuw) en tevens de langste brug (435 meter) over de Loire. 

Deze molens werden al in de middeleeuwen aan de Rû geplaatst en zijn nu particuliere huizen langs dit beekje. 

Dit beschermde natuurgebied op de zuidelijke oever van de Loire is gewijd aan de biodiversiteit van de Loirestreek.

Meung-sur-Loire

Tussen de Loire en de Mauves

In Meung-sur-Loire is het water nooit ver weg. Het water van de majestueuze en wilde Loire en het water van de kleine rustige riviertjes genaamd de Mauves. Bekoorlijke steegjes leiden naar het historische stadscentrum waarboven de kapittelkerk uittorent. Opzij is het kasteel, de voormalige verblijfplaats van de bisschoppen van Orléans, door de hekken zichtbaar. 

In de 5e eeuw liet de monnik Sint Liphard het moeras droogleggen en de waterstroom van de Mauves kanaliseren. In de middeleeuwen werd een dertigtal molens door deze waterkracht aangestuurd.

Volgens de legende versloegen Sint Liphard en zijn volgeling een reuzenslang op de plaats van deze bron die vandaag de dag door een stenen constructie wordt beschermd.

Tot 1945 bevond zich hier het Godshuis. In dit gebouw werden zieken opgevangen en pelgrims ontvangen.

Omstreeks 550 had Sint Liphard een kluizenerarij aan de oever van de Mauves gevestigd. Op zijn graf werd een kapel en vervolgens in de 11e eeuw een kerk gebouwd. De verbazingwekkende klokkentoren en de romaanse poort dateren ook uit die tijd. Het dwarsschip in de vorm van een klaverblad is een unicum in de streek. Binnen kunt u de kapitelen bewonderen waarop de lokale flora is uitgebeeld. 

Een van de oudste en grootste kastelen van de Loiret. Het heeft een 13e-eeuwse middeleeuwse gevel en een 19e-eeuwse klassieke gevel. Een kelder, zolders, een kapel, een ondergrondse ruimte en nog veel meer… Er zijn veel verrassingen voor u in petto!

Deze poort is een overblijfsel van de walmuren die om de stad heen stonden en was de hoofdpoort van de stad.

Neem de tijd voor een wandeling, een fietstocht of een vaartocht aan boord van een traditionele boot om de oevers van de Loire te bewonderen.

In deze uitzonderlijke tuin vindt u meer dan 500 oude soorten rozen en talrijke winterharde planten.

De prachtige Japanse esdoorns, clematissen, astilbesoorten en hulstcollecties zijn een geworden met de oevers van de Mauves. Deze plek zal u zeker bekoren.

In dit driehonderd jaar oude park beleeft u veel botanisch plezier met de collecties fuchsia’s, orchideeën en mediterrane planten.

Cléry-Saint-André

Een koninklijke basiliek in het land van de kastelen

Tussen de Loire en de Sologne staat in het dorp Cléry-Saint-André een elegante basiliek die een waar meesterwerk van de flamboyante gotiek is. Bij dit beroemde bedevaartsoord bevindt zich ook het graf van koning Lodewijk XI. De Orléanswijngaard is over drie gemeenten, waaronder Cléry, verdeeld. In 2006 kregen deze rode, witte en rosé wijnen de AOC-benamingen Orléans en Orléans-Cléry.

De basiliek is een 38 meter hoog meesterwerk van de flamboyante gotiek dat boven het dal van de Ardoux uittorent. Het verhaal begon aan het einde van de 13e eeuw toen in Cléry landbouwers een Mariabeeld in een veld vonden. Al snel kwamen er pelgrims om hun eer aan het beeld te bewijzen. Koning Lodewijk XI, die zijn leven aan Onze Lieve Vrouwe had gewijd, koos ervoor om daar begraven te worden. Voor meer informatie is de plattegrond-gids van de basiliek bij de toerisme-informatiebureaus verkrijgbaar. 

Deze herberg was halverwege de 17e eeuw de belangrijkste herberg van de stad die een vijftiental herbergen telde om de talrijke pelgrims te ontvangen.

De poort van een driehoeksfronton erbovenop dateert uit de 17e eeuw. Het huis van de twee broers, van wie een, François de Pontbriand, bouwkundig opzichter bij Chambord was, is op de achtergrond zichtbaar.

Dit uithangbord herinnert aan het glorierijke tijdperk van de herbergen. Het verwijst naar de Drie Wijzen.

In het huis dat in 1562 door de protestanten werd vernield, is nu een school gevestigd.

Dit huis heeft zijn oorspronkelijke uiterlijk behouden met nauwe en onregelmatige openingen op de gevel.

De walmuur van de basiliek vormde een rechthoek met 3 openingen. Het gebouw werd beschermd door enkele torens zoals de toren op het plein place de Gaulle.

Ontworpen door Yann Hervis – kunstenaar uit Orléans. 

“Le p’tit tacot” (Het kleine wrak) verbond Orléans met Amboise in de 20e eeuw. Tegenwoordig bestaat alleen nog het station van Dry.

Tegenover de straat rue des Ruelles zijn nog, op de linkermuur, sporen van bakstenen te zien die in de 19e eeuw in de oven van het kasteel Cendray in Jouy-le-Potier werden gebakken.

Al in de Romeinse tijd waren er wijngaarden in de streek. Als u de Weg van de Orléanswijngaard volgt, kunt u de domeinen van onze wijnboeren en hun vakkennis ontdekken.